Onderhoudskosten, verblijfsoverstijgende kosten, buitengewone kosten … wablief?
Meer dan eens worden wij in de praktijk geconfronteerd met ouders, die discussiëren over de kosten van hun kind(eren). Zelfs wanneer er reeds een vonnis van de Familierechtbank of een overeenkomst voorligt, blijft een en ander vaak voor conflicten zorgen.
In een vorige bijdrage legden wij je uit hoe een passende onderhoudsbijdrage op heden berekend wordt.
Doch dit neemt niet weg dat dan vaak de vraag rijst wie precies welke rekening van de kinderen moet betalen.
- Wie betaalt de nieuwe boekentas?
- Wie betaalt de jaarlijkse tandartsafspraak?
- Wie betaalt de inschrijvingskost voor het zwemmen?
In de eerste plaats zijn er wat men noemt de normale onderhoudskosten, te weten onder meer de kosten van huisvesting, energie, voeding, dagelijkse verzorging… Elke ouder draagt hierin bij in natura oftewel tijdens de eigen verblijfsperiodes én desgevallend bijkomend door het betalen van een onderhoudsbijdrage aan de andere ouder.
Verder zijn er echter ook de verblijfsoverstijgende kosten, zoals bijvoorbeeld de kosten van kledij, de kapper, vervoer, communicatie… Deze kosten staan los van de verblijfsregeling voor kinderen. In de praktijk neemt men aan dat de ouder bij wie de kinderen hoofdzakelijk verblijven het merendeel van deze kosten op zich neemt, reden waarom er bij de berekening van de onderhoudsbijdrage conform de methode Hobin dienaangaande een correctie voorzien wordt. Zo gaat men er bijvoorbeeld vanuit dat de ouder bij wie de kinderen slechts één weekend op de veertien dagen én de helft van de vakanties verblijven maar 5% van deze kosten op zich neemt.
Enkel indien kinderen in een gelijkmatig gedeeld verblijf bij beide ouders verblijven, komt het gepast voor om voor deze kosten ook afzonderlijk een regeling te voorzien, zoals men doet voor de derde categorie van kosten, te weten de buitengewone kosten. Deze worden gedefinieerd als “uitgaven, die enigszins uitzonderlijk zijn, onverwacht, onvoorzien en in principe niet-repetitief”, reden waarom dienaangaande hoe dan ook een afzonderlijke regeling wordt voorzien. Het gaat bijvoorbeeld om de kosten van de orthodont, de aanschaf van een laptop voor school, het kamp met de jeugdbeweging, het behalen van een rijbewijs…
Daar waar de betaling van deze kosten meer dan eens voor discussies zorgt, werd op 22 april 2019 een Koninklijk Besluit uitgevaardigd, met daarin een standaardlijst van buitengewone kosten. Deze kosten dienen bijkomend door ouders betaald te worden, dit ook overeenkomstig hun aandeel in de gezamenlijke middelen, teneinde het evenwicht te bewaren.
Van belang is wel dat er duidelijke modaliteiten voorzien worden, zoals daar zijn het overleg over deze uitgaven, het verrekenen van tussenkomsten van bijvoorbeeld de mutualiteit en een correcte afrekening met facturen of rekeningen en betalingsbewijzen.
Ben je verwikkeld in een discussie inzake kosten voor je kind(eren) of wens je een passende financiële regeling te voorzien? Aarzel dan niet om Advocaat du Moulin & Partners te contacteren.