echtscheiding onherstelbare ontwrichting

Echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting

De echtscheiding op grond van de onherstelbare ontwrichting maakt voortaan de nieuwe, algemene echtscheidingsgrond uit. Dit houdt in concreto in dat de voortzetting van het samenleven tussen de echtgenoten en de hervatting ervan redelijkerwijs onmogelijk is geworden ingevolge die ontwrichting.

Daar waar het vroegere echtscheidingsrecht gekenmerkt werd door het fout-principe, speelt het sinds de nieuwe wet van 2007 geen enkele rol meer wie er aan de basis van de ontwrichting van het huwelijk ligt. Er is dus geen enkele sprake meer van een schuldige en een onschuldige echtgenoot.

Artikel 229 van het Burgerlijk Wetboek maakt voorts een onderscheid tussen 3 mogelijke situaties :

  • 1. De onherstelbare ontwrichting van het huwelijk door de ernstige fout van de partner.
  • 2. De feitelijke scheiding.
  • 3. Het herhaald verzoek tot echtscheiding.

1. Onherstelbare Ontwrichting door ernstige fout

In het eerste geval is er sprake van foutief gedrag van één van de partijen. Dit is de enige situatie waarbij het begrip fout nog enigszins terugkeert.

Enkel die omstandigheden die ervoor zorgen dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is en die het naleven van de vereiste periodes (bij feitelijke scheiding en herhaald verzoek) onredelijk zou maken, kunnen een echtscheiding op grond van dit artikel van het Burgerlijk Wetboek rechtvaardigen. Het gaat dan voornamelijk om partnergeweld, overspel et cetera.

Voor de volledigheid dient opgemerkt te worden dat zeer uitzonderlijk ook een objectieve toestand, zoals de geestesstoornis van een partner, kan leiden tot een echtscheiding op deze grond.

2. Onherstelbare Ontwrichting door feitelijke scheiding

Verder kan ook de feitelijke scheiding van partijen wijzen op een onherstelbare ontwrichting van het huwelijk.

Vereist is dat partijen daadwerkelijk feitelijk gescheiden leven en daarenboven de uitdrukkelijke wil hebben om gescheiden te leven.

In het oude echtscheidingsrecht werd een feitelijke scheiding van 2 jaar vereist. Sinds de wet van juni 2007 verschilt de vereiste periode naargelang de manier waarop de echtscheiding gevorderd wordt :

  • Het gezamenlijk verzoek tot echtscheiding: de rechter beoordeelt bij de verschijning van partijen voor diens zetel of partijen reeds meer dan zes maanden feitelijk gescheiden leven. Is dit het geval, dan wordt de echtscheiding onmiddellijk uitgesproken. Indien de termijn van zes maanden nog niet verstreken is, wordt er een nieuwe zitting vastgesteld op een datum die onmiddellijk volgt op het verstrijken van de termijn van zes maanden.
  • Het aanvaard verzoek tot echtscheiding: er is eveneens een termijn van zes maanden vereist indien de echtscheidingsprocedure door één van de echtgenoten wordt ingeleid maar de andere echtgenoot zich hiermee in de loop van de procedure akkoord verklaart.
  • Het eenzijdig verzoek tot echtscheiding: indien slechts één van de echtgenoten de echtscheiding op basis van onherstelbare ontwrichting vordert, is er een termijn van één jaar feitelijke scheiding vereist.

3. Het herhaald verzoek tot echtscheiding

Een derde situatie betreft het herhaald verzoek tot echtscheiding door onherstelbare ontwrichting. Dit verzoek wordt door partijen tweemaal gedaan en dit met inachtneming van een zogenaamde reflectieperiode.

Deze procedure wordt voornamelijk gehanteerd wanneer partijen nog niet gescheiden leven of de feitelijke scheiding niet of zeer moeilijk kan bewezen worden. Opnieuw wordt de duur van de reflectieperiode bepaald door de aard van de vordering.

  • het gezamenlijk verzoek tot echtscheiding : wanneer beide partijen verzoeken om de echtscheiding dient een reflectieperiode van 3 maanden in acht te worden genomen. Wanneer partijen op de inleidingszitting nog geen zes maanden feitelijk gescheiden leven, wordt er een nieuwe zitting vastgesteld drie maanden na de eerste verschijning.
  • het aanvaard verzoek tot echtscheiding : indien de andere echtgenoot zich in de loop van de echtscheidingsprocedure akkoord verklaard, wordt eveneens een reflectietermijn van drie maanden vereist.
  • het eenzijdig verzoek tot echtscheiding : in dit geval dient een reflectieperiode van één jaar te worden nageleefd. Wanneer partijen op de inleidingszitting nog geen jaar feitelijk gescheiden leven, wordt er een nieuwe zitting vastgesteld één jaar na de eerste zitting.

Vanzelfsprekend zullen de advocaten van du Moulin & Partners u op een zeer bevattelijke en begrijpelijke wijze adviseren welke procedure het best aansluit bij uw situatie en uw wensen.

Daarenboven is het binnen de echtscheiding door onherstelbare ontwrichting mogelijk om bepaalde akkoorden te sluiten tussen partijen die door de rechtbank gehomologeerd kunnen worden. Ons kantoor zal u steevast bijstaan om op die wijze op een vlotte manier uit de echt te scheiden.

Neem contact met ons op om uw afspraak in te plannen. Onze tarieven kan u hier raadplegen.