De positie van de inverdenkinggestelde tijdens het strafrechtelijk onderzoek
Arrestatie van de verdachte
Wanneer u als verdachte gearresteerd wordt, zal u de mogelijkheid krijgen om uw verklaringen in een proces-verbaal te laten akteren (lees: ‘Ik word verhoord, wat nu?’).
Op basis van de verklaringen die u aflegt en de bezwarende elementen dewelke men inmiddels tegen u verzameld heeft, zal de procureur des Konings beslissen of u mag beschikken dan wel of u zal worden voorgeleid voor de onderzoeksrechter.
De onderzoeksrechter zal u verhoren en vervolgens beslissen of u al dan niet in verdenking wordt gesteld
Indien er wordt besloten dat u voorgeleid wordt, dient zulks te gebeuren binnen een termijn van 48 uur, dewelke aanvangt op het moment dat u van uw vrijheid wordt beroofd.
Van zodra deze 48 uur verstreken is en binnen deze termijn uw aanhouding niet werd bevestigd door de onderzoeksrechter dient u automatisch in vrijheid te worden gesteld.
De onderzoeksrechter zal u vervolgens opnieuw verhoren en beoordelen of er voldoende aanwijzingen van schuld zijn.
(!) Opgelet: de onderzoeksrechter beoordeelt niet of u schuldig bent, maar analyseert louter of er redenen zijn om aan te nemen dat u betrokken zou zijn bij strafbare feiten. Vervolgens zal de onderzoeksrechter beslissen of u in verdenking wordt gesteld.
Wanneer u in verdenking wordt gesteld, zal bijkomend beslist worden of het tevens vereist is dat u aangehouden blijft of dat u mag beschikken.
Wanneer u niet in verdenking wordt gesteld, mag u vanzelfsprekend onmiddellijk beschikken.
Van zodra u in verdenking zou worden gesteld, impliceert zulks dat een gerechtelijk onderzoek wordt aangevat. Het kan tevens ook voorvallen dat er reeds een gerechtelijk onderzoek hangende is waarin u vanaf dan als inverdenkinggestelde wordt beschouwd.
In beide gevallen heeft de onderzoeksrechter de leiding over het onderzoek.
Het bevel tot aanhouding
Indien de onderzoeksrechter meent dat er voldoende aanwijzingen van schuld kunnen worden aangenomen en u in verdenking stelt, kan hij – indien hij zulks noodzakelijk acht – een aanhoudingsmandaat lastens u uitvaardigen.
Vanzelfsprekend gebeurt dit niet op willekeurige basis. De onderzoeksrechter dient uw concrete en actuele situatie af te toetsen aan drie elementen.
1° Collusiegevaar: Collusiegevaar kan worden weerhouden voor zover het aannemelijk is dat u, indien u in vrijheid wordt gesteld, het gerechtelijk onderzoek mogelijks zou kunnen dwarsbomen.
Dit is bijvoorbeeld van toepassing wanneer men vermoedt dat u de misdrijven gepleegd zou hebben met andere personen dewelke nog niet gevat werden en u hen desgevallend zou kunnen informeren over het bestaan van en het verloop van het gerechtelijk onderzoek.
Daarnaast is er eveneens sprake van collusiegevaar indien men nog op zoek is naar bewijsmateriaal, dat u ingevolge uw vrijlating zou kunnen wegmaken.
2° Recidivegevaar: Indien het aannemelijk is dat u, wanneer u in vrijheid wordt gesteld, nieuwe misdrijven zou plegen, kan recidivegevaar weerhouden worden.
In de beoordeling dienaangaande wordt onder meer rekening gehouden met het lucratieve karakter van de misdrijven en uw strafrechtelijk verleden.
3° Onttrekkingsgevaar: Wanneer er een kans bestaat dat u zich, wanneer u in vrijheid wordt gesteld, mogelijks zou onttrekken aan de straf dewelke u kan worden opgelegd wanneer u door de rechter ten gronde schuldig zou worden bevonden, kan tot slot het onttrekkingsgevaar worden weerhouden.
Dit is bijvoorbeeld van toepassing indien u geen vaste verblijfplaats heeft in België of wanneer u illegaal in het land verblijft.
Van zodra de onderzoeksrechter meent dat één van de bovenstaande elementen aangenomen kan worden, heeft deze de mogelijkheid om u onder aanhoudingsmandaat plaatsen.
A contrario zal u worden vrijgelaten zonder modaliteiten van zodra geen van bovenvermelde zaken weerhouden kunnen worden.
De modaliteiten van het aanhoudingsmandaat
1° Vrijlating onder voorwaarden (V.O.V.): U wordt vrijgelaten mits naleving van een aantal voorwaarden.
Eventueel kan er door de inverdenkinggestelde een borgsom aangeboden worden, indien er een gevaar op onttrekking wordt weerhouden.
De voorwaarden kunnen door de onderzoeksrechter verlengd, aangepast of stopgezet worden. In principe gebeurt zulks na een termijn van 3 maanden, inzonderheid de mogelijkheid tot handlichting.
2° Elektronisch toezicht (E.T.): Beter bekend als ‘het enkelbandje’.
U dient 24/7 op een vast adres te verblijven. U mag deze woning – behoudens de expliciete toestemming van de onderzoeksrechter en dit enkel in uitzonderlijke omstandigheden – in geen geval verlaten, tenzij in het kader van het gerechtelijk onderzoek dat lastens u wordt gevoerd.
3° Verblijf in de gevangenis: Indien de onderzoeksrechter besluit dat de vrijheid onder voorwaarden of het elektronisch toezicht onvoldoende garanties zouden bieden, zal u noodgedwongen naar de gevangenis worden overgebracht.
De raadkamer als controlemechanisme
Nadat de onderzoeksrechter een aanhoudingsmandaat lastens u heeft uitgevaardigd, zal de raadkamer de regelmatigheid en de noodzakelijkheid van de verdere handhaving beoordelen op basis van dezelfde voormelde elementen.
Indien u werd vrijgelaten onder voorwaarden – en dit verloopt zonder problemen -, dan zal u slechts éénmalig voor de raadkamer dienen te verschijnen, met name bij het afsluiten van het onderzoek.
Alsdan zal beoordeeld worden of u verwezen dient te worden naar de rechter ten gronde, dan wel of u buiten vervolging dient te worden gesteld.
Indien u onder elektronisch toezicht werd geplaatst of in de gevangenis verblijft, zal u uiterlijk 5 dagen na de tenuitvoerlegging van uw aanhoudingsmandaat voor de raadkamer moeten verschijnen.
Indien uw aanhouding wordt gehandhaafd geldt zulks voor een termijn van 30 dagen. Vervolgens oordeelt de raadkamer in de twee daaropvolgende zittingen over de verdere handhaving van maand tot maand. Vanaf de derde zitting van de raadkamer zal u pas om de twee maanden voor de raadkamer verschijnen.
Op de laatste zitting van de raadkamer, alwaar de rechtspleging geregeld wordt, analyseert de rechter de aanwijzingen van schuld en zal u desgevallend verwezen worden naar de rechter ten gronde, dan wel buiten vervolging worden gesteld.
Kamer van Inbeschuldigingstelling
Indien u niet akkoord gaat met de beslissing van de raadkamer kan u hoger beroep instellen bij de Kamer van Inbeschuldigingstelling binnen een termijn van slechts 24 uur na betekening van de beschikking van de raadkamer.
Ook het Openbaar Ministerie heeft de mogelijkheid hoger beroep aan te tekenen, doch wel binnen een termijn van 24 uur na de uitspraak.
Heeft u tijdig en correct hoger beroep aangetekend, dan zal u binnen de 15 dagen voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling verschijnen, alwaar de beschikking van de raadkamer bevestigd of hervormd kan worden.
Ditmaal zullen er zich drie rechters – in tegenstelling tot de alleenzetelende rechter van de raadkamer – over de handhaving en de modaliteiten van uw hechtenis buigen.
(!) Opgelet: van zodra de Kamer van Inbeschuldigingstelling de beschikking tot verdere handhaving bevestigt, zal de termijn waarbinnen u opnieuw voor de raadkamer dient te verschijnen, mee opschuiven. Deze nieuwe beslissing geldt immers opnieuw voor de periode van een maand of desgevallend twee maanden.
Handlichting
Lopende de periode van hechtenis bestaat eveneens de mogelijkheid om een handlichting te vragen bij de onderzoeksrechter, alwaar de modaliteiten inzake de voorlopige hechtenis aangepast kunnen worden.
Zulks kan bijvoorbeeld gevraagd worden wanneer de handhaving van de voorlopige hechtenis dermate lang aanhoudt of wanneer u slechts tweemaandelijks voor de raadkamer kan verschijnen.
De onderzoeksrechter is noch verplicht op dit verzoek te antwoorden, noch verplicht om de gevraagde modaliteiten verder toe te kennen.
Wordt u geconfronteerd met een verhoor dan wel met een lopende strafprocedure? De advocaten van Advocaat du Moulin & Partners staan in elke fase van de procedure aan uw zijde om u de uitmuntende verdediging te geven die u verdient.
Voor meer informatie mag u steeds contact opnemen met ons kantoor.